Strand en economie

Na een lekker ontbijt liepen we langs het strand naar het resort waar we de eerste en tweede keer in Gambia verbleven: Sunset Beach in Kotu. Dat is mooi verbouwd en het is echt heel mooi geworden. Misschien gaan we er volgend jaar weer heen.

Op het strand is veel te doen. Vele resorts liggen aan het strand. Wij vinden het jammer dat zo weinig resorts in Gambiaanse handen zijn. De meeste eigenaren komen uit een ander land zodat er veel verdiend geld naar het buitenland verdwijnt. En het is hier zo hard nodig om het land op te bouwen. Nu werken veel Gambianen voor een paar euro per dag voor een buitenlander en moeten ze voor die paar centen ook nog een deel van hun familie onderhouden.

We dronken een sapje bij één van de vele verkopers. Een volwassen vent die het echt van het toeristenseizoen moet hebben. Hij komt met de bushtaxi, waar hij soms een uur op staat te wachten vanuit het binnenland naar het strand. Hij doet inkopen en verkoopt wat sapjes. De concurrente is groot. Hij vertelt dat er nog best wat honger wordt geleden in Gambia. De nieuwe president moet meer doen om andere economische activiteiten dan alleen toerisme te ontplooien.

De vissers waren weer actief. Met man en macht wordt een bootje met grote netten door de branding de zee ingeduwd waarna de bemanning flink moet peddelen om voldoende ver de zee in te komen. Daarna wordt met veel mankracht het grote net weer het strand opgetrokken. Toen wij keken zat er in één visnet helemaal niets en bij een ander visnet één redelijke vis. Maar soms vangen ze ook meer en grote barracuda’s.

Daarna luierden we weer op de strandbedden en gingen we in de avond lekker lokaal uit eten.

Morgen gaan we een mooie trip maken.