South Senegal Adventure - 08-01-2018

7 januari 2018 - Foundiougne, Senegal

Tijdens onze vakantie in Gambia zijn we een dag op excursie geweest naar Zuid-Senegal. We reden in een hoge open DAF-truck waardoor we veel konden zien. We reden eerst richting Brikama. Een levendig plaatsje met een weerskanten van de weg veel ‘winkeltjes’ of kraampjes onder een verroest golfplaten dak of in de open lucht. Het is een krioel van jewelste met mensen in vaak gekleurde kleding en verkeer op de doorgaande weg. Dat beeld zie je in veel plaatsten: een doorgaande weg met aan beide kanten chaotische handel. In Brikane werden stokbroden gekocht en daarna reden we verder richting Senegal.

Op de grens van Senegal verlieten we de truck want we moesten lopend de grens over. Victor had alle paspoorten en regelde de formaliteiten. En je mocht het grenskantoor en de ambtenaren en/of bewaking niet fotograferen.

Net over de grens in ‘Niemandsland’ werd de truck langs de kant van de N5 gezet en werden de stokbroden gesmeerd en was er koffie/thee. Gewoon in the middle of nowhere. En we leerden dat cashewnoten uit een bloem komen. Iedere bloem heeft één noot, vandaar de prijs van een zakje cashewnoten. We leerden ook iets over mahoniebomen. Als de plaatselijke bevolking kiespijn heeft koken ze stukjes mahoniehout in 100°. Daarna gaat een stukje van dat hout in de mond en verdwijnt de kiespijn. De tandarts kunnen de meesten niet betalen en komt vaak alleen in actie voor het trekken van tanden of kiezen.

Daarna reden we het Casamance gebied in, dat ligt in de regio Bignona. We zagen een krokodil bij een waterplas en verder weinig wilde dieren. Die zaten vandaag helaas blijkbaar in een ander gebied. We hobbelden en schudden weer verder richting de het waterrijke gebied van de Mangroven. Daar lag een bootje klaar maar de waterstand was te laag om direct in de boot te stappen. Dus schoenen uit en liepen we op de blote voeten door de modder door de smalle Mangrove richting boot. Prachtig om al die dikke wortels van bomen en struiken te zien die uit het laagstaande water naar oever liepen. Langzaam kwamen we in ondiep water terecht en kwam het bootje in zicht. Daarna mochten eerst de vrouwen in de boot en duwden de mannen de boot nog een eindje door. Even later waren we diep genoeg (kniehoogte) dat ook de mannen ingescheept konden worden.

Na een tocht over het water kwamen we aan bij het eiland Kaila. Daar vereert men Voodoo en er stond een reusachtige Voodoo-boom. Reisleider Victor vertelde de geschiedenis waar hij zelf ook deel van uitmaakt. Bij gelegenheid wordt er 100 Euro en een varken naar de boom gebracht. Het sap uit de boom wordt vermengd met het bloed van het varken en vormt zo een soort wijn. De belofte aan Voodoo mag nooit worden verbroken en deze rituelen worden jaarlijks herhaald. De opa van Victor deed dat namens zijn familie, nu doet zijn vader het en daarna komt Victor een de beurt, die verder overigens katholiek is. Op het eiland wordt veel cannabis gekweekt. We liepen echt door planten heen die menshoog waren. De bevolking van het eiland mag de opbrengst van de cannabis blijkbaar gebruiken om bijvoorbeeld de studie van de kinderen te betalen of voor medisch gebruik. Ook zijn er rijstvelden maar die zie je in deze streek heel veel.

Zonder één gram Kaila-wiet op zak gingen we weer de boot in naar de vaste wal die pal aan zee lag. Daar stond de truck op ons te wachten. Via een vreselijk slechte weg hobbelden we langs vakantiehuisjes en een visafslag naar restaurant La Belle Daniël in het plaatje Abene. En dat werd tijd want het was ondertussen 15.30 uur en we hadden best trek. Het Senegalese eten was lekker dus dat maakte veel goed. Daarna liepen we nog even langs een reusachtige boom waar de bevolking hun goden aanbidt. En we bekeken de huisjes, de losse hutjes met daarin een ‘ keuken’ en een de douche. Die douche is niets anders dan een klein stukje grond want door een soort rietmatten is afgeschermd en waar een paar tegels liggen. Men giet kannetjes water over het lichaam en dat is dan de douche. Dan zie je weer hoe anders alles is vergeleken bij ons thuis.

Bij elk bezoek worden omringd door (kleine) kinderen. Ze willen je blanke huid aanraken en pakken je hand en lopen met je mee. Heel ontroerend voor de meesten. Bij het wegrijden joelen ze om de truck en hopen dat ze iets krijgen. Ze vechten om een snoepje en een flesje Cola ging langs alle kinderen die een klein slokje mochten nemen.

Via een oude smokkelroute door het oerwoud kwamen we in het dorpje Darlisam aan. Daar was de grenspost naar Gambia. Iedereen ging weer lopend de grens over een Victor regelde weer de paspoorten waar weer een mooie stempel in kwam te staan. Daarna reden we weer naar de hotels en werden wij om 19.30 uur als laatste weer afgezet.  We kijken terug op een mooie, maar ook vermoeiende dag. Dat kwam voornamelijk door al dat rijden in de buitenlucht en het vele gehobbel.